In elk mens brand een goddelijke vlam zoals zij graag
brandt.
In allerlei vormen, ritmes, maten, figuren en patronen.
Het vuur is haar brandstof. Niet te stoppen of te temmen.
Tenzij de vlam nauwelijks tot niet gezien, gevoeld, ervaren en erkent wordt door
zichzelf. Dan brand de vlam uiteindelijk zichzelf op en dooft het. Doordat het
zichzelf gevangen houd in het lichaam als een angstige vogel in een kooi. Een
kooi die de herhaling van angst en afwijzing laat ervaren omdat de vlam haar
eigen vuur afwijst door het geen liefde toe te kennen.
Maar wanneer de vlam zichzelf liefde geeft doordat het zichzelf ziet, voeld,
ervaart en erkent in al haar elementen vanwaar zij uit bestaat, voelt zij zich
vrij als een vogel. Waardoor ze zichzelf bevrijd uit de kooi der herhaling en
in vrijheid vliegt naar daar waar ze nieuwe kansen voelt, ziet en neemt vanuit
haar levensechte stralende oranje, blauwe kern.
Want wanneer het vuur werkelijk vlam vat in wat zij werkelijk is, brand de vlam
bewust. Zowel in de eindigheid als in de oneindigheid. Dan is er werkelijk geen
weg meer terug.
Het vuur verlangt te vlammen vanuit haar eigen authenticiteit. Ze verlangt rond
te vliegen als een zichtbaar licht zowel in de eindigheid als de oneindigheid.
Daarom kiest ze opnieuw de route van haar eigen innerlijke vuurvogel. Een route
waarin de vuurvogel herrijst in de belichaming van haar eigen unieke menswezen.
Deze route zorgt ervoor dat de vlam zichzelf erkent waarvoor ze geboren is.
Ze herinnerd zichzelf namelijk in de kern dat ze een vuurvogel is die verlangt
zichzelf te herinneren vanuit haar unieke stralende blauwe kern, dragend in
haar belichaming van een menselijk wezen. Ze bestaat uit het blauwe, waaruit
het “goddelijk zelf” zelf creëert en manifesteert.
Ze is de vuurvogel die verlangt andere vuurvogels te ontmoeten en te herinneren
vanuit haar eigen identiteit. Om zodoende gezamenlijk een goddelijk licht te
manifesteren die schaduwen oplichten, waardoor er in zichzelf en rondom hen
heen nieuwe bewustzijns velden worden gemanifesteerd. Velden waarin goddelijke
vlammen met blauwe kernen vrij kunnen bewegen.
Bedoeld om zichzelf en andere mensvogels te laten herinneren dat ze in
werkelijkheid vuurvogels zijn die in wezen altijd vrij zijn en vrij rond
vliegen naar daar waar ze werkelijk willen zijn.
Het is de vuurvogel die oneindig opnieuw geboren wordt vanuit alle elementen en
verschillende velden. Elementen en velden die oneindig aanwezig zijn in het
alles omvattende oneindige universele veld. Het is het veld die de vuurvogel oneindig de
kans geeft om op te kunnen rijzen vanuit haar eigen as.
Het as wat staat voor de elementen en de velden waaruit de mens op haar beurt bestaat en is gegroeid. Wanneer vuurvogel eenmaal volledig vanuit al haar velden en elementen oprijst in de belichaming van haar eigen menswezen, keert zij niet meer terug in een menselijk lichaam. Ze keert eerst terug naar een vernieuwde bewustere dimensie die nog altijd haar oorsprong is en deel uit maakt van weer een op zichzelf staand veld.
Een vernieuwd bewustzijnsveld waaruit ze weer nieuwe ervaringen gaat opdoen. Een galactisch bestaand veld, die net als de mens uit elementen en verschillende velden bestaat en deel uit maakt van het grotere geheel. Het grote geheel wat Veldtkracht de oneindige eindeloosheid noemt.
Liefs,
het as, het vuur, de vlam en de vuurvogel, gedragen in de blauwe kern in jou en mij.
Veldtkracht.