De dans naar eenheid deel twee.

De vrouwelijke versie van mijzelf.

Een tijdje terug schreef ik een blog waarin ik je kennis liet maken met de prins in mijzelf, mijn mannelijke kant. Maar hoe zit het met mijn vrouwelijke kant? Zij heeft namelijk ook een reis gemaakt. Ik wil nu het verhaal van de vrouwelijke kant in mij met jullie delen. Want de prinses, gesteund door de oermoeder en oervader laat steeds meer van zich horen.

Het verhaal van de Prinses:

Op een dag loopt de prinses door het grote verdwaalbos. Een bos dat ze inmiddels goed kent omdat ze er woont en zich al eeuwen verstopt in de schaduwen van de bomen, alleen is ze dat zelf vergeten. Ze heeft een fijn leven in het verdwaalbos. Soms denkt ze terug aan het gefluister in het bos, zou het bos me vroeger echt antwoorden en verhalen hebben toegeluisterd? Of is dat gewoon een kinderspel geweest om mezelf te willen verwarren of te vermaken. Toch voelt het niet zo. Ik heb echt een brandende vraag die ik niet zomaar aan iemand kan stellen. Misschien weet het bos wel raad. Weet je wat, ik probeer het gewoon, dan weet ik ook of het fluisteren en antwoorden ontvangen wel of niet bestaat.

Een aantal keren geeft ze haar woorden met de wind mee en wacht af. Op een dag wandelt ze door het bos en ontvangt ze van een witte duif een papiertje met daarop een spreuk. Ze leest het op en uit het niets staat daar ineens een tovenaar voor haar neus. Heb je me geroepen? Verwonderd kijkt ze hem aan, maar ook wantrouwend: “Euh misschien” zegt ze twijfelachtig.

De tovenaar: Laat me eens kijken? Hij beweegt met zijn handen verschillende vormen en patronen en spreekt een bijzondere taal. “Zo, zo, Prinses Jij bent flink in de chaos”: zegt hij. Jij dient eerst het allemaal in jezelf op een rijtje te krijgen. Jij hebt jezelf heel wat in jou hoofdje gehaald wat niet klopt, met wie jij werkelijk bent. Jij bent niet schadelijk, met jou fantastische vernietigende krachten. Jij bent alleen eeuwen achterelkaar afgewezen, veroordeeld, monddoodgemaakt, misbruikt, gemarteld en gedood omdat jij jezelf was en jij enkel je magische licht gebruikte. Uit angst om dit weer mee te moeten mee maken, verstop jij je in de schaduwen van het  verdwaalbos. En is jou lichtje inmiddels gedoofd en herinner jij je niet meer dat jij eigenlijk een prinses bent. Maar lief kind, de tijd is gekomen om uit de schaduw te stappen en jou licht tot een grote schijnwerper te laten branden. Anders zal de prins je nooit kunnen zien en jou weer in de armen kunnen nemen.

Prinses: Een prins en prinses?  maar dat is een sprookje toch?

Tovenaar:  Ja zeker, is dat een sprookje, ik zal je helpen je eigen sprookje te herinneren.

Prinses: Maar sprookjes bestaan toch niet. Dat is toch voor kinderen?

 Tovenaar: Haha, het is maar net uit welke hoek je het wil bekijken, en waar je in geloofd. Waarom denk je dat sprookjes bestaan?  Er is echt een prins die jou wil vinden, lieverd. Maar niets is wat het lijkt. Je zal het pas gaan begrijpen en geloven als je  je eigen licht kunt herinneren. Je zal dan vanzelf de prins gaan zien, horen en voelen in je dromen, visioenen en je zal met hem meereizen en hij met jou. Maar zover zijn we nog lang niet als ik zie hoeveel chaos er in jou zit. Dus tot die tijd is er flink wat werk aan de winkel. Ik ga je helpen herinneren met mijn toverkracht, die uit mijn handen en klanken stroomt. Hierdoor zul jij je weer herinneren hoe jij je licht aan kunt zetten. Daarom gaan we eerst samen puinruimen in jou, want jou licht kan alleen stralen als jij werkelijk weet dat jou licht niet schadelijk is, maar helend. Eerder zul je, je licht niet kunnen laten branden. En lieve prinses, als ik zo eens goed naar je kijk, wordt dit Appeltje eitje tussen ons, want jou kracht lijkt erg op die van mij! Je hebt mij niet voor niets geroepen!

Een aantal jaren gingen voorbij. De tovenaar en de prinses kregen een bijzondere samenwerkingsband die in de stilte  plaatsvond op de open plek in het bos met nog andere verdwaalden in het bos. Maar de samenwerking tussen de tovenaar en de prinses vond vooral plaats in de tussen sfeer van de hemel en aarde. Een sfeer die zelfs voor de tovenaar geheim bleef omdat hij zichzelf daar niet kon ervaren.

De prinses begreep daar niets van en vroeg hem om verduidelijking, maar hij kon het haar niet uitleggen. Ze moest er blijkbaar zelf achter komen wat haar ware kracht en licht is. Het was hierdoor vanaf het begin een soort haat liefde verhouding die ze voor hem voelde, waar de boventoon onvoorwaardelijke liefde voerde. De prinses wilde graag alles alleen doen en wilde vooral leren van zichzelf. Ze wilde niet dat hij zich er mee bemoeide als een soort leraar. Dit wuifde ze vaak ook direct weg. Ze kon daardoor erg confronterend zijn en irritant, dit soms tot ergernis van de tovenaar.        

De prinses gelooft niet in de rol van leerling en leraar. Ze ergerde zich vaak aan de kennis en wijsheid die vanuit het hoofd werd gedeeld in plaats vanuit het kwetsbare eigen hart. Daarmee sprak hij alsof hij de waarheid in pacht had. Maar de prinses is een kritische (zelf) onderzoeker en ze geloofd vooral in ervaringen uitwisselingen en voelen vanuit het kwetsbare hart. En toch voelde ze intens veel liefde voor de tovenaar, ze voelde zich veilig genoeg om alles vanuit haar kwetsbaarheid met hem te delen. Maar de tovenaar kreeg daar zeer ongemakkelijke gevoelens van. Helemaal toen ze hem op de man af vroeg of hij zijn gevoelens, ervaringen vanuit zijn kwetsbare hart met haar wilde delen.

Maar dat vond de tovenaar niet zo’n goed idee, omdat hij bang was zichzelf en de controle te verliezen. Hij zweeg als het graf en ze voelde dat hij onbereikbaar was in zijn kwetsbare hart.

De prinses voelde dat hij een boek had geschreven vanuit zijn kwetsbaarheid. Ze was er zelfs van overtuigt. Ze vroeg het hem, maar hij deelde mee dat hij wel iets opgeschreven had maar dat het geen boek was. Ze vroeg of hij zijn schrijven met haar wilde delen en dit wilde hij wel. Het was mooi en kwetsbaar wat hij geschreven had, al waren er delen bij waarin ze de leraar ook erg kon voelen, het deel waar ze zich aan ergerde omdat het haar een ongelijkwaardig gevoel gaf.

Ergens kreeg ze een raar ondefinieerbaar gevoel, want de prinses had een ander verhaal gevoeld wat niet echt overeen kwam met het verhaal van de tovenaar. Ze vertelde dat zij zijn verhaal prachtig vond en vertelde dat ze een gevoel had dat hij in de toekomst een boek zou gaan schrijven. Eentje die zijn werkelijke verhaal zou vertellen. Ze bedankte hem dat hij zijn kwetsbare verhaal had willen delen met haar, ze had er op haar manier veel aan gehad.

De tovenaar had veel bewondering voor haar en haar proces en haar eigen unieke manier van schijnen en sparren, waardoor hij bang was dat hij andere gevoelens voor haar zou gaan koesteren dan de rol van tovenaar. Hij raakte verward en overdonderd van haar licht op het moment dat ze ineens met haar schijnwerper heel kinderlijk, ongecontroleerd, kwetsbaar, schaamteloos en toch op een zeer liefdevolle manier op al zijn donkere plekken begon te schijnen.

Ook de prinses raakte in verwarring omdat ze dacht dat ze voor de gek werd gehouden en dat hij misschien de vermomde prins was die verpakt was in de rol van tovenaar. Ze had nog nooit zoveel verschillende gevoelens gevoeld bij iemand. De tovenaar had ook zijn eigen lessen te gaan in zijn leven en dat zag en voelde de prinses feilloos aan. Op het moment dat de tovenaar een schreeuw om hulp liet horen, bood ze hem aan hem te ondersteunen met haar eigen toverkracht. Hij nam haar hulp aan. Omdat ze een ruwe ongeduldige diamant is en erg enthousiast,  vroeg ze hem nogmaals om zijn ervaringen te delen die hij met haar had opgedaan. Ze vroeg of hij zijn gevoelens en ervaring wilde delen en haar op de hoogte wilde houden of haar toverkracht wel werkte bij hem. Maar door haar ongeduld en enthousiastme raakte hij in de war hij werd een beetje bang en op dat moment voelde hij… ik ben klaar met mijn taak als tovenaar, het wordt tijd om op te stappen.

Zonder afscheid te nemen vertrok hij. De prinses miste hem, ze voelde zich ergens verloren, afgewezen en in de steek gelaten door haar inmiddels goede bijzondere vriend die in haar ogen de enige was die haar begreep. Want met niemand anders kon ze delen wat ze met hem deelde. Maar aan de andere kant voelde ze zich intens dankbaar voor de jaren die ze samen hadden gedeeld waarin ze zichzelf steeds meer herinnerde waardoor ze eigenlijk alleen maar liefde kon voelen voor zichzelf en deze mysterieuze tovenaar.

Hij had haar enorm geholpen met puinruimen en herinneringen ophalen. Ze hadden zoveel met elkaar rond gereisd in de meest bijzondere dimensies en werelden, alles was er op gericht dat zij haar eigen toverkracht, haar eigen unieke licht volledig zou gaan gebruiken. Na het afscheid kreeg ze een enorme uitdaging. Ze diende haar toverkracht te gebruiken, ze ging een behoorlijke heftige oefen periode tegemoet met verschillende beproevingen zoals geloven in jezelf, geloven in je eigen waarheid, schaamte gevoelens transformeren, bijzondere vermogens toestaan, voor jezelf kiezen, vertrouwen en overgave aan jezelf en aan wat is. Ze kreeg elke keer achteraf pas te zien dat haar toverkracht werkte.

Ze schreef de tovenaar haar dankbaarheid en schreef dat hij altijd een bijzondere plek in haar hart zal hebben en hem nooit vergeten zal. Of hij nu een prins, een tovenaar of iets anders voorstelde in haar leven. Ze voelde, ik sta op mijn eigen benen, ik herinner me mijn licht en toverkracht, ik ben mijn innerlijk kompas en ik weet wie ik ben. Namelijk enkel en alleen licht die in de schaduw leeft en prachtige vernietigende en scheppende krachten heeft, waardoor het licht opnieuw kan gaan schijnen op dat wat graag belicht wil worden. Zo kan het oude transformeren in het nieuwe.

De tovenaar schreef haar terug en was blij dat hij iets had kunnen betekenen voor de prinses. Hij maakte haar duidelijk dat hij moeite met haar had gehad en dat hij geraakt was geweest door haar. Waardoor hij niet met haar zijn kwetsbaarheid had willen, kunnen en durven delen. Dit doordat zij zijn grootste angsten naar boven had gebracht.

Door zijn kwetsbaarheid werd ze intens geraakt, ontroerd en begreep vanuit haar toverkracht dat ze dit altijd al had geweten. Omdat hij dit had gedeeld in de wereld tussen de hemel en de aarde. Toen pas begreep ze dat het echt de waarheid was, dat zij hem ontmoette in die tussen sfeer en dat dit haar ware kracht is. De kracht van samensmelting in het veld, buiten tijd en ruimte.

Hij liet tussen de regels door een visioen opkomen in haar hart door zijn visioen te delen in een andere taal. Hij herinnerde haar aan dat er een nieuwe ontmoeting zou gaan plaatsvinden. Ze diende hiervoor wel haar toverkracht te gebruiken, want dan zou ze gaan herinneren dat ze niet alleen een prinses is maar ook een prins. Een prins die ook net als jij vergeten en verdwaald is in zichzelf. Het is de bedoeling deze prins te bevrijden met jou eigen prinsessentoverkracht die jij je weer herinnerd zodat hij zich gaat herinneren dat hij al thuis is en dat jij zijn thuis bent.

Maar de prinses hoorde niet echt wat hij zei want ze voelde zich al compleet en volledig thuis. Ze had inmiddels een oude bekende in het bos ontmoet: een kruidenvrouw. Ze leerde en herinnerde de samenwerking met haar uit een ver verleden. En door de toverkrachten van beide leerde de prinses nog meer haar kracht te leren gebruiken en te ontdekken. Ze werden dikke vriendinnen en beide kunnen moeiteloos zichzelf en hun dierbaren en voorbijgangers te hulp te schieten als ze in het verdwaalbos even de weg kwijt zijn. Gewoon door af en toe een beetje bij te schijnen met hun eigen unieke licht.

Zo af en toe dacht ze nog aan de tovenaar en wilde weten hoe het met hem was. Maar er kwam geen respons dus ze nam afscheid van haar dierbare vriend. Maar niet helemaal, want in de tussensfeer voeld ze nog steeds verbinding en daar zoeken ze elkaar soms nog even op. De prinses was erg gelukkig en trots op zichzelf en leefde haar leven op haar eigen unieke manier in het verdwaalbos met al haar dierbaren en voorbijgangers.

Op een dag vliegt haar beste vriend kraai langs en daalt neer op haar schouder. Hij roept heel geheimzinnig met zijn kraaienlachje: ….vreemdeling in het bos gespot, ….vreemdeling in het bos gespot. Deze vreemdeling zit teleurgesteld op het boomstambankje onder “de witte duiven boom” en roept om hulp.

Prinses: Wat roept hij dan? Is hij verdwaald?

Kraai: Misschien? Je moet het misschien gaan vragen? : kraait kraai geheimzinnig en vliegt weg met veel kabaal.

De prinses wordt nieuwsgierig, want als kraai verschijnt weet ze, dat ze zijn raad het beste kan opvolgen. Direct zet ze haar hoor-, zicht en voelkracht aan. Dan hoort ze ineens de oermoeder spreken via de wind, via gezang van de vogels, de dieren in het bos, de stenen, de planten, de bomen en alle andere wezens in het bos.

Oermoeder: “Lieve prinses, het is tijd om uit de schaduw van het bos te stappen, jou veilige schuil plekje in het verdwaalbos achter je te laten en in en voorbij het grote verdwaalbos rond te trekken met jou licht. De vreemdeling zoekt zichzelf en jij weet hoe je hem kunt helpen. Straal mijn lieve dochter, straal met je schijnwerper. Richt je licht op de vreemdeling en op de pijn, op de angst, op het wantrouwen, schaamte en het ongeloof. Want de vreemdeling wil zichzelf weer herinneren, hij wil weten waar hij echt woont.”

De prinses word een beetje onzeker omdat “de echte oermoeder” spreekt tot haar en het voelt alsof dit een enorm belangrijk moment is. Dus ze mag niet falen in haar gevoel.

Prinses: Straks jaag ik hem weg, wordt hij bang van mij, denkt hij dat ik hem schade toe wil richten omdat hij in heksen en zwarte magie geloofd. Straks rent hij doodsbenauwd weg. Ik wil niemand angst aanjagen met mijn licht.

Oermoeder: Lieve dochter, de vreemdeling roept jou en je hoort hem. Je faalt nooit, dat is een illusie, ga op avontuur, ik zal je steeds weer laten herinneren aan wie je bent. Luister naar de wind, de bomen, de dieren, de planten, de stenen en naar alle wezens die er voor je zijn om je te helpen. Ze dragen mijn woorden uit, jij hoeft alleen maar je zintuigen en je innerlijk licht te gebruiken. Je hoeft alleen maar “ja” te zeggen tegen jezelf en je volledig over te geven aan dat wat is, weet je nog? Gebruik je magisch kompas die je als een heldere zuivere bergkristal in jou draagt.

Prinses: Ja moeder, ik weet wat u zegt. Het is tijd en ik voel en ergens hoor ik zelfs heel duidelijk dat de vreemdeling mij roept. Ik zal doen wat u zegt en zal hem helpen herinneren waar hij woont. Ik zal hem bijschijnen met mijn licht wanneer hij daarom vraagt.

Het bos zoomt in op het boomstambankje. Ineens ziet de prinses zichzelf daarop zitten. Niet in haar vrouwelijke verschijning. Nee, ze ziet duidelijk een mannelijke versie van zichzelf op het bankje zitten. Hij is teleurgesteld en wacht tot hij door iemand gevonden wordt die weet wie hij is. zodat hij naar huis toe kan gaan. Hij ziet haar niet, maar zij begint zijn verhaal te herinneren alsof het haar eigen verhaal is, ineens voeld ze dat hij ook zij is. Ze smelt volledig samen en voelt dat ze een eenheid vormen die in hart en ziel volledig als thuis aanvoelt. Ineens herinnerd ze zich dat ze ook een prins is, de prins die op zoek is naar zijn echte thuis, niet een huis of paleis maar naar haar. Daar waar al hun visoenen en reizen over gingen, eigenlijk waar ze beide hun hele leven op hebben gewacht, naar hebben gezocht maar ook erg hebben gemist. Ze was hem al die tijd vergeten,  door het spel wat ze wilden spelen en samen hebben gecreëerd. Ze wilden de ervaring ervaren van afgescheiden zijn van de eenheid. Als een puzzel valt alles ineens in elkaar en herinnerd de prinses zich wat de bedoeling is. Ze moet zichzelf hoor- voel- en zichtbaar maken voor de prins. Dit door uit de schaduw te stappen en haar licht volledig aan te zetten voor deze liefdevolle mannelijke verdwaalde versie van zichzelf.

Wanneer de prinses en prins samensmelten in Nienke vorm kan zij het verdwaalbos via een zichtbare menselijke vorm verder gaan ontdekken. Want wanneer zowel de prins (h)erkent wordt in zijn ware rol en de prinses in haar ware rol kunnen zij hun kwaliteiten vanuit harmonie bundelen tot eenheid. De prins vormt het anker voor zijn prinses, hij geeft richting en weet een veilige omgeving voor haar te creëren ongeacht waar ze zich bevind. Zo zorgt hij voor zichzelf en voor haar zodat zij vrij kan stromen en haar scheppende vermogens veilig kan gaan inzetten om de tempeldeuren van hun eenheidsbewustzijn verder te kunnen openen in de vorm Nienke.  

De prinses vraagt zich af hoe kan ik mezelf (de prins) laten herinneren dat hij opzoek is naar mij? Hij kan zich niet eens herinneren wie hij zelf is, laat staan wie ik ben. Hij weet niet dat hij opzoek is naar zichzelf en naar mij. Wij, die in het hart van Nienke wonen. Hij denkt nog altijd aan een groot prachtig paleis met een balkon waarop zijn vader de koning nog altijd op hem staat te wachten. En als hij dan daar aankomt, heeft hij het beeld dat iedereen voor hem juicht omdat hij eindelijk is teruggekeerd en zijn helden verhalen kan vertellen vanaf dat prachtig glimmende balkon aan het hele volk. En daar zal wellicht ook een prinses zijn. Een prinses waar hij voor kan zorgen, waar hij van kan houden en waar hij kinderen mee zal krijgen en waarmee hij nog lang en gelukkig zal leven.

De prinses weet echter dat zijn werkelijke thuis daar niet is, maar gewoon nu voor zijn neus staat. Hij kan haar alleen niet zien. Ze voelt hoe ellendig hij zich in het moment voelt doordat hij vooral bezig is met het vinden van iets wat hem van buiten af het gevoel geeft dat hij er toe doet en iets kan betekenen voor het koninkrijk.

Maar zij ervaart, ziet, hoort en voelt ook zijn werkelijke innerlijke hartsverlangen als ze dieper kijkt. Het is het moment dat hij haar op een dag zal ontmoeten, herinneren en haar zal (h)erkennen als zijn eigen innerlijke scheppende vermogens. Ze ziet ook in dat ze hem enkel alleen maar kan helpen herinneren door haar stem met de wind mee te geven en haar eigen licht aan te zetten en in overgave te zijn.

En zo gezegd zo gedaan begint ze te fluisteren en verteld ze de prins via de wind dat als hij haar stem volgt, hij er achter komt waar hij echt woont. De woorden dwarrelen meerdere keren met de wind mee en de prinses vertrouwd erop dat haar woorden hoe dan ook op het juiste moment en de juiste plek aankomen.

Op een dag begint ineens de prins twijfelachtig, ongelovig maar tevens hartstochtelijk via de wind terug te praten, ze kan het amper geloven maar het voelt zo echt dat ze het gewoon weet dat hij het is.

Prins: Als het waar is wat je zegt laat jezelf dan zien?

Prinses: ik kan je alleen maar op deze manier bereiken. Omdat je twijfelt of ik besta en of het echt is wat je hoort en of ik jou niet voor de gek houd. Als je naar je hart gaat en gaat voelen, zal je een magisch kompas vinden, eentje die jij je zal herinneren. Dit kompas werkt alleen via het hart, dus je dient je iedere keer hier weer op af te stemmen.

Prins: Okay, maar ik heb toch zichtbaar bewijs nodig om in je te kunnen geloven. Als jij licht bent, waarom zie ik dan geen licht? En als je gevoel bent, laat me je dan voelen.

De prinses laat een piepklein maar duidelijk lichtje tussen de bomen door schijnen omdat ze hem niet direct volledig wil belichten. Omdat ze weet dat dit dan misschien teveel voor hem zou zijn. De prins voeld ineens over zijn hele lichaam een warme gloed en krijgt kippenvel.

Prinses: “Geloof je me nu?”

De prinses heeft zich lange tijd in de schaduw van het donkere bos begeven in haar veilige wereld. Maar nu moet ze  haar licht aan zetten voor iemand die haar niet (her)kent en eigenlijk nauwelijks in haar geloofd. Stapje voor stapje schijnt ze ietsje feller op haar ongelovige, wantrouwige mannelijke versie. Dit is een nieuw soort avontuur voor haar, maar ze kiest ervoor om er voor te gaan. Ze blijft weliswaar in zijn schaduw, maar ze is zich er nu van bewust dat ze altijd al, in zijn schaduw naast hem leefde. Als het de prins even tegenzit schijnt de prinses hem onderweg eventjes bij met haar steeds duidelijker, helder wordende licht. Ze weet dat de prins op weg naar haar is, hoelang het gaat duren weet ze niet maar dat laat ze aan de wind en de stroom van het leven over. Het maakt haar niet uit want zij is al thuis, ze is al bij hem want ze loopt naast hem. De prinses merkt dat ze met hem kan communiceren. Zowel via de wind als in de tussensfeer. Hierdoor beginnen ze ervaringen uit te wisselen waardoor hij zich gaande weg iets begint te herinneren.

De prinses laat hem regelmatig bewust ervaren dat ze bij hem is door de seintjes te geven in de vorm van synchroniciteit. De prins begint dat op te vallen, waardoor hij ineens spontaan gebruik maakt van zintuigen die door het stille bos geactiveerd worden. Hij begint de prinses ineens zomaar spontaan te voelen, horen en zien. Dan wordt ze erg enthousiast. En vanuit het donker laat ze ineens een groot licht opgaan maar de prins schrikt en even deinst hij terug. Hij vraagt zich af of dit geen grap is, want dit komt wel erg in de buurt van een ander sprookjes verhaal dan hij voor ogen heeft. Ze ziet het en begrijpt het door haar eigen voorland met de tovenaar. Even wordt de prinses onzeker bang dat hij haar afwijst en haar niet zal vinden. Even verstopt ze haar licht maar al gauw pakt ze snel weer de draad op wanneer hij haar opzoekt in de tussen wereld.

Prins: Wil je me helpen zoeken? Vraagt hij haar op een dag vanuit de tussenwereld.

Prinses: heb je in de wildernis je zintuigen gebruikt? Heb je de bomen, de planten, dieren, de wind en de zon gevoeld, gezien, gehoord en geroken? Heb je hen om raad gevraagd? Heb je de tijd genomen om naar je lichaam te luisteren en aandacht te geven aan je verlangens en heb je, je op je innerlijke kompas afgestemd zodat je weet welke richting je op dient te gaan? Want dat lieve prins, dat gaat je helpen thuis te vinden.

De Prins wuifde geïrriteerd deze vragen met zijn hand weg en kan hier geen antwoord op geven. Hij mopperde: Alsof bomen, weersomstandigheden en dieren mij de weg kunnen wijzen. Ben jij wel helemaal koekoek?

De prinses lacht van binnen: Ga eens uit je hoofd! Probeer het gewoon, wat voel je überhaupt, nu ik je al deze vragen stel?

De prins wil zich niet kwetsbaar opstellen en heeft geen geduld, bovendien geloofd hij niet in magie van de natuur, zijn eigen natuur. Ze voelt met hem mee en benoemd zijn angsten en vraagt hem om even in het gras naast haar te komen liggen om deze gewoon even te voelen.

Dan wordt de prins woedend en verklaard haar voor gek. Het enige wat ze daarop zegt is dat ze voorbij het masker wat hij nu op heeft een wijze sterke man ziet. Ze legt hem uit dat hij een masker draagt van de rol van de rennende, op overleving staande, prins. Als hij zijn eigen kwetsbaarheid de vrijheid zou kunnen geven en naar zichzelf zou durven kijken, zijn eigen waarheid zou durven leven dan zou hij hiermee dit masker stapje voor stapje afwerpen en zal hij zichzelf herinneren en (h)erkennen als de wijze sterke moedige man die hij al is en hoeft hij alleen maar deze te zijn.

De prins schaamt zich om dit te doen en is bang dat hij zijn gezicht verliest wanneer hij zijn masker af zet. Hij is bang voor de emoties die daarbij vrij komen. De prinses ziet duidelijk zijn angst voor afwijzing, falen en de angst om als een gevallen engel te worden bestempeld door zijn eigen prinses. Ze ziet dat hij bang is om haar kwijt te raken. En ze voelt dat het hem teveel wordt.

De prins wil opstaan en vertrekken maar de prinses ziet duidelijk aan alles dat zijn hart om iets ander vraagt. Ze kijkt hem even heel diep in zijn ogen en zwijgt. Weer smelt ze volledig samen met hem. Haar handen beginnen te zweven in de lucht, boven het gezamenlijke (Nienke) lichaam en vanuit haar mond komen verschillende klanken. Ze voelt hoe het bekken van zowel de prins als prinses om aandacht vraagt.

Onder haar handen ziet ze de prins schokken, beven en trillen. Haar eigen lichaam doet ook mee. Ze krijgt informatie door haar handen en klanken. Via hun samensmelting wordt er informatie vrijgeven: Beide scheppingskrachten dienen wakker te worden gemaakt vanuit de oermoeder en de oervader.

Ze ziet een energie vanuit het bekken ontstaan en zich een weg banen dwars door de ruggengraad, via het hart door het atlasgewricht wat vervolgens bij de pijnappelklier samenkomt. Daar ontstaat een fontein die de energie terug laat vallen het lichaam in. Het lichaam wordt zo opnieuw gevoed met nieuw bewustzijn op cel en DNA niveau

Na een tijdje voelt ze zichzelf en de prins rustig worden, ze voeld intens veel liefde voor hem en zichzelf. Ze voelt totale eenheid.

Ineens doet de prins zijn ogen open en ziet de prinses. De prinses ziet het en slaat liefdevol haar armen om hem heen want ze voelt zijn onrust en zegt : Je bent een prachtige mooie krachtige bijzondere man. Wil je echt vinden wat je zoekt, dan dien je eerst jezelf te herinneren en te (h)erkennen vanuit je eigen bron. Het begint echt bij jezelf. Je kunt niets overslaan want dan ren je aan jezelf voorbij en verdwaal je in het grote verdwaalbos. Herinner je werkelijke jij.

Prins: Dus als ik mijn bron herinner, dan ervaar ik dat alles er al is en dat ik thuis ben?

Prinses: Ja precies, alles is er al, je bent al thuis, maar als je denkt dat het niet goed is en je nog steeds denkt het te moeten zoeken dan zorgt dat er voor dat je het niet vindt en zodoende start je weer opnieuw een zoektocht. En zo blijf je reizen door het hele land zonder dat je vindt wat je zoekt. Maar als je je bron herinnerd en volledig navigeert op je innerlijk kompas, dan weet je dat thuis in jezelf zit. Thuis is het voelen en kun je niet uitwissen, wel verstoppen in de schaduw. Je denkt dat je jezelf, mij en het koninkrijk misschien daar mee beschermt, maar lief, er valt niets te beschermen. Sterker nog dat wil ik ook helemaal niet. Het roept allergie op in mijn oerkracht omdat je je zelf dan onbewust boven mij plaatst en mij hierdoor juist afwijst. En daar word ons gezamenlijk lichaam “Nienke” gewoonweg ziek van en kan ze niet doen wat ze het allerliefste doet haar liefde vanuit eenheid in een scheppende fontein laten stromen door heel haar zijn. Ik wil met jou kwaliteiten samensmelten want jij bent mijn anker, jij bent voor mij een beschermde en veilige basis, jij bent mijn richting. Wanneer ik met jou samensmelt kan ik vrijuit stromen en kan ik mijn scheppende vermogens inzetten om de tempel deuren te openen van ons eenheidsbewustzijn. Om zodoende deze verder te kunnen belichamen in de vorm Nienke.  

De prins is ontroerd en haalt voorzichtig zijn masker stap voor stap af, en zegt dat hij haar herinnerd, ze ziet in zijn ogen dat het waar is wat hij zegt. De prinses weet niet wat ze ziet. Ze kan het bijna niet geloven. Daar staat hij zonder masker.  “wauw wat een prachtige man” en wauw wat een enorme reis om mijzelf terug te vinden in alles wie ik ben.

Compleet geraakt neemt hij haar in zijn armen en samen beginnen ze te stralen vanuit dankbaarheid voor dit prachtige magische avontuur.

Ze herinnerd zich dat ze al die tijd bij hem is geweest omdat ze onafscheidelijk zijn. Ze was hem alleen vergeten in de schaduwen van het verdwaalbos, ze wilde zichzelf beschermen en deed haar licht uit zodat ze niet hoefde te voelen dat ze ergens op wachtte of iets miste. Ergens geloofde ze ook niet meer sprookjes. Dat er een prins bestond die haar zou kunnen vinden in dit grote verdwaalbos waar iedereen zijn licht angstvallig uit heeft gedaan.

Ze herinnerd zich ineens dat de prins haar had willen beschermen. Hij had haar zover mogelijk het bos ingestuurd en had gezegd: “verstop je zo ver mogelijk” ,“anders zullen je ze vermoorden”, helemaal als ze zien dat jij licht straalt op dingen die te pijnlijk zijn, die eigenlijk gewoon vernietigd moeten worden, waardoor er nieuw leven gecreëerd kan worden. Mensen begrijpen jou licht der vernietiging niet. Mensen zijn bang voor jou. Ik begrijp, voel, zie, hoor jou met al mijn zintuigen, omdat ik jou ben. Dus ik wilde je beschermen tegen alles wat bang is voor jou, dus diende je in het verdwaalbos te verschuilen daar waar niemand je zou gaan zoeken. Hij beloofde, dat als de tijd daar is, hij haar op zou zoeken. Zelfs als ik er anders uitzie, als ik je vergeten ben, als ik bang voor je ben, als ik niet meer in je geloof en verdwaald ben. Ik zal naar je toe komen, hoe dan ook. En jij zult me zien, horen en voelen zoals je altijd al doet, zelfs als je me zou vergeten, weet ik dat jij naar mij toe komt omdat jij mij bent. We zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hierdoor zullen we elkaar altijd weer opnieuw weten te herinneren.

En zo geschiede en stap voor stap gaan voor Nienke de tempeldeuren naar het beleven van eenheidsbewustzijn in zichzelf en buiten zichzelf steeds een stapje verder open.

Niet alleen bij mezelf is dit voelbaar. Ik voel ook andere lichten aan gaan en zichtbaar worden in het veld. Het is voelbaar, hoorbaar en ervaarbaar bij een hele grote groep mensen, waardoor we een intens mooi lichtveld creëren met het licht der vernietiging die zich lang in het donker heeft begeven.

Deze vernietigende kracht is niet om het donker te verjagen, te bestrijden of angst aan te jagen of een ander schade aan te richten of te straffen. Nee, dit licht komt vanuit de schaduw, maar is er juist om het donker te belichten. En ja het zal angst, pijn verdriet, en rauwheid, schaamte en schuld en de complete naaktheid belichten.

Weet dan dat dit de kracht van de oermoeder is die onvoorwaardelijk gesteund wordt door de oervader. De oervader met zijn anker, en zijn Mannelijke beschermde en veilige basis. Hij die richting geeft en een veilige omgeving voor de oermoeder creëert. Zodat zij vrijuit kan stromen met haar scheppende vermogens en deze kan gaan inzetten om de tempeldeuren van hun eenheidsbewustzijn verder te kunnen openen in het grote universum.    

Zo binnen, zo buiten, Zo boven, zo beneden, Zo klein, zo groot,

Liefs Nienke

De spiegel van de eindeloosheid, is de spiegel die zichzelf in de spiegel aankijkt.

Veldtkracht.